Henk Heuvelmans

‘Muziek maakt gelukkig. Zien dat componisten zich kunnen ontwikkelen via het podium dat Gaudeamus biedt, dat maakt mij gelukkig.’

‘Zonder grenzen of oorkleppen.’ Gaudeamus geeft jonge componisten en musici ruimte om nieuwe klanken te laten klinken. Om de aandacht te wekken voor de nog nooit gehoorde muziek, trekt Gaudeamus sinds zeventien jaar op met Studio Lonne Wennekendonk.

De recentste samenwerking is de productie van How the unheard-of comes to unpredictable life. Vijf thematisch verschillende boekdelen brengen Gaudeamus’ essentie voor het voetlicht. Samengevoegd in een lichte verzamelbox vormen ze de jubileumuitgave voor het 75-jarig bestaan van deze nieuwe-muziekstichting.

Henk Heuvelmans is scheidend directeur van de stichting. De werkwijze waarmee de jubileumboeken tot stand zijn gekomen, doet hem sterk denken aan de wijze waarop Gaudeamus samenwerkt met componisten en musici: vanuit een onderzoekende, open houding. ‘Gaudeamus staat voor scheppende kunst. Daar hoort bij dat je de ander het vertrouwen geeft om te doen waarin hij of zij goed is. Ik heb me graag laten verrassen door wat daar uitkomt.’

‘Een beeld bevestigen dat al bestaat, ligt duidelijk niet in de aard van deze studio. Ze bevragen zo’n beeld kritisch, graven dieper. Dat is een drive waar ik me goed in kan vinden. Een persoonlijke vergelijking: Ik heb een dochter met autisme. Haar denkwereld is anders dan iedereen gewend is. Ze wordt vaak moeilijk begrepen. Met nieuwe muziek is het eigenlijk hetzelfde. Het is allemaal prachtig, maar wordt niet altijd meteen begrepen. In mijn ogen geven de uitingen van de studio je handvatten om naar die andere werelden te kijken.’

Henk bekent overigens dat hij zelf oorspronkelijk aan een simpelere jubileumuitgave had gedacht. ‘Ik stelde voor om iets plakboekachtigs te maken, samengesteld met foto’s en knipsels uit ons grote archief. Dat had ik ergens afgekeken. Zo’n boek zou vrij snel te maken kunnen zijn, goedkoop, en toch leuk om weg te geven. Daarnaast zouden we een hippe website openen, met veel beeld- en geluidmateriaal.’

De inhoudelijke briefing bij het boek was summier: ‘We willen geen uitvoerig terugblikboek, maar vooral een kijk op het nu en het straks van Gaudeamus.’

Grinnikend vervolgt hij: ‘De studio nam daar gelukkig niet zo maar genoegen mee. En ik merkte ook al snel dat een plakboek wel wat laag geschoten was. Er kwamen subtiel opmerkingen van de studio terug: Wat wil je graag voor elkaar krijgen met het boek? Waarom bestaat Gaudeamus? Ze deden inspirerende suggesties om op door te denken. En voor ik het wist, kreeg ik veel zin om meer te doen dan dat plakboek maken. Neem het boekdeeltje bij het experiment waarin beeldend kunstenares Soña Lee nieuw werk heeft gemaakt als antwoord op muziek van componist Aart Strootman. Of het essay van de filosoof Persis Bekkering als hedendaagse reflectie op de muzikale vernieuwing door Ligeti in 1963.’

Wat verwantschap betreft, voelt Henk overeenkomst met mensen die zich inspannen om anderen beter te laten worden. ‘Het is noodzakelijk werk achter de schermen. Voor mij geldt: ik heb als directeur ruimte willen geven aan creatieve processen. Muziek maakt gelukkig. Zien dat componisten zich konden ontwikkelen via het podium dat Gaudeamus biedt, dat maakt mij gelukkig.’